tekst Marloes Harkema

Handleiding 'Omgaan met een Jonge Weduwe'

(zie ook jongeweduwenwandelen.blogspot.nl/)

Stil staan in de ander.

Als jonge weduwe is ook mijn omgeving onervaren met rouw. Dat maakt het extra moeilijk; voor mij, voor hun. De mensen om me heen zijn nog niet ervaren om te praten over verdriet, over rouw, over sterven en dood. Dat hoeft ook niet erg te zijn, want veel goede intenties, veel frustraties en goede gesprekken later zijn we samen wijzer geworden.

Het moeilijkste voor mij blijft dat mensen mijn pijn willen verzachten of mijn verdriet willen wegnemen. Het is onvermijdelijk menselijk. Als je van iemand houdt wil je niet dat degene verdriet heeft. En dus zul je proberen tot lichter maken, tot sussen, tot hoop geven.

Alleen. Dat kan niet als iemand is gestorven.

Als ik zijn dood heel scherp voel. Probeer dan niet zijn sterven te verzachten. Zeg niet 'dat hij er zelf vrede mee had'. Zeg niet 'dat hij toch altijd bij me is'. Zeg niet 'dat als eerst de seizoenen er maar eens overheen gaan..'

Als ik me zo vol pijn voel, probeer die dan niet weg te nemen. Blijf erbij. Probeer naast mijn gebrokenheid te gaan staan, zonder me te kunnen troosten. Zonder het erger te maken. Zonder het minder te maken. Probeer me niet zo snel mogelijk weg te manoeuvreren, weg uit die put. Maar blijf bij me, juist daar -even- op dat diepste punt. Erken dat het daar zwart is en dat daar geen oplossing of verlossing voor is. Erken de realiteit zoals ik 'm op dat moment ervaar. Hij is er niet meer, en niets zal daaraan nog helpen.

Als je dat kunt, dan ben je mijn held. Zo laat je me zien dat mijn verdriet niet eng is, niet ondragelijk is voor jou. En beter nog, als jij daar durft te staan, geef je mij het vertrouwen dat ik daar ook kan en mag vertoeven.

En wanneer ik diep verdrietig ben en ik - terwijl de maanden wegtikken- soms huil omdat hij me ontglipt; de scherpte van mijn herinneringen, zijn stemgeluid, mijn beeld van hem, hoe hij steeds meer uit mijn dag verdwijnt. Probeer het niet te verzachten. Zeg dan niet 'maar de verbinding zal toch altijd blijven?'. Veel liever heb ik dat je erkent dat ook dit loslaten vreselijk is. Grijp niet in je machteloosheid naar lichtpuntjes, die van 'maar heel veel dingen vergeet je nooit' of 'maar jullie liefde blijft toch altijd in je hart'. Ik weet het. Ik weet het. En je hebt gelijk. Maar op dit moment voel ik dat even niet. Durf ook bij die pijn van loslaten te blijven, want dat is de taak die voor me ligt.

Als ik me verdrietig voel en rouw, hoop dan niet voor mij dat het zo snel mogelijk over gaat. Hoop dan niet voor mij dat de oude Marloes zich snel weer laat zien. Want als buitenstaander lijkt het misschien zo, maar ik kan verdriet niet meer zien als alleen maar zwaar. Er voelt ook lichtheid in, en -net als mooie momenten- zo verbonden met mijn lief. Geef me juist ruimte om lang en goed te rouwen. Want volgens mij schuilt juist daarin het geheim wat bleek toen ik lang genoeg in die zwarte put stond; er zoveel liefs ook op de bodem lag.

In mijn rouw vraag ik van mijn vrienden en familie iets wat diep indruist tegen hun eerste menselijke reactie; pijn willen wegnemen. Pas nu ik zelf zo vaak tot in mijn knieën in pijn en verdriet heb gestaan, voel ik pas goed hoe je niets geholpen bent goed bedoelde verzachtende woorden, lieve adviezen, en zo graag een optimistische eindzin. Sterker nog; het maakt me bij vlagen woedend of soms radeloos van onbegrip. Het is ongelofelijk nu ik besef hoeveel mensen gewoon even gehoord willen worden, en hoe vaak ik zelf daar overheen heb gepraat, en nog steeds per ongeluk doe.

Pas nu leer ik dat het enige is wat je dan kan doen, is even stil staan in de ander.

Luisteren. In de ander z'n schoenen gaan staan en meevoelen. Zijn emoties erkennen en bevestigen. Stilte. Je bent mijn held als niet alleen mijn verdriet er volop mag zijn, maar ook als jij het verdriet even in jou durft te laten zijn. Zo'n klein moment van de ander, om even in mij stil te staan, geeft me zo'n opluchting. Begrip.

En weet je - gek genoeg - als ik dan niet meer zo hoef te opboksen tegen me eenzaam en onbegrepen voelen, die spanning wegvalt, dan heb ik gemerkt dat lichtpuntjes zich als vanzelf wel weer voor mijn horizon aandienen.

Een vriendin zei heel mooi: ik vind het zo verschrikkelijk dat ik je niet kan troosten. Ze had gelijk en ongelijk: er is inderdaad geen troost in die betekenis dat het verdriet minder kan maken. Maar voor mij is er geen mooiere troost dan bij me blijven als ik rouw. Zachtjes wachten en luisteren tot het verdriet weer overtrekt. Dat vraagt ontzettend veel geduld en vertrouwen en druist tegen alles in wat je als vriendin zou willen. Maar als jij me zo helpt geloven dat ik mijn rouw kan dragen en dat mijn lichtpuntjes vanzelf komen. Dan komen we er zeker wel.

Geschreven door Marloes Harkema, voorgelezen tijdens de poëziemiddag 'woorden van leven en dood', december 2013

Zie ook de weblog van Marloes, 'jonge weduwen wandelen'