Gedichten van Petra Sips

Petra Sips (foto: Martijn Adelmund)

WAAR IS DE TIJD ?
vanmiddag een perkje in de tuin schoongemaakthet was overwoekerd met varensen onderwoekerd met wortels
‘k heb de boel omgespithet ziet er spik uit nuzonder wortels.
vanmiddag een tijdperk uit mijn jeugd schoongemaakthet was overwoekerd met wanenen onderwoekerd met weemoed
‘k heb de boel omgespithet ziet er span uit numaar dus zonder wortels



TÊTE À TÊTE zo zitten wijtegenover elkaarwe krijgen geen hapdoor de keel en ookgeen woord wat we altijd hadden gewetente zullen gaan zeggen blijfthalverwege steken terhoogte van onze ogen met onze blikkenlikken we elkaarswonden, we vindenlekker wat nog oponze borden ligt zo overlappenlangzaamonze leegtes



HEKSENKRING
Ik kwam te laatze waren weg.Het vuur gedoofdde lach verstomdde dans gedanst.
Wat bleef waseen zweem, een zucht, een zacht gerucht. En etensresten voor wie zich bukt.



KRUISWOORD Ik zit aan tafelmet een puzzel.Verder alleen maarstilte. Met niks erin.En de geur van koffie.Letters vallen op huntijd op hun plek. Een deel van een kachelis een asla. En eensklapszit ik weer in oma’s keuken.Ook de stilte maar danmet een wolkje. De koffie op de stoof met de geur van allang enaltijd zo.



NACHTELIJKE FIETSTOCHT
Wij waren jong, het was al donker.Van licht naar licht fietsten wij.
Jij zag hem ’t eerst. We vlogen in de remmen en vielen op de knieën. 
Een egeltje! Zo lief en stekelig,zo teken van pril!
Het egeltje had haast. Toen zagen wij pas de halfvergane merel. Gretig viel egel aan. Wij vielen stil.
Stil fietsten wij om het hardst. Bij elke lantaarn haalden onze schaduwen ons in.

© Petra Sips  is lid van het Platform voor Beroepskunstenaars Wageningen.

Meer gedichten zijn te vinden in de (digitale) literaire tijdschriften Meander, Uitwaaien Magazine (2e editie) en het Gezeefde Gedicht.